BEDRIJVEN MET EEN MISSIE



De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied voert jaarlijks duizenden controles uit bij bedrijven, van grote multinationals tot lokale industrie. Onze inspecteurs kijken dan of ze zich aan de milieuwetgeving houden. Worden er regels overtreden? Dan grijpen ze in. Gelukkig loopt dit bijna altijd goed af: bedrijven leven de milieuregels namelijk zelf ook graag na – en doen daar soms zelfs nog een schepje bovenop. Hoe pakken zij dat aan? En hoe ervaren zij het contact met de Omgevingsdienst? Twee bedrijven uit de omgeving doen een boekje open.



ERIC NEDERHAND

Regional head of engineering EMENA & Africa bij ofi.










‘Wij doen erg veel om onze milieuvoetafdruk te verkleinen’



‘Ofi heeft fabrieken wereldwijd, waarvan twee in de Zaanstreek: een in Wormer en een in Koog aan de Zaan. Daar maken we cacaoproducten. Voorheen heetten we dan ook Olam Cocoa. Na een reorganisatie van de activiteiten van de Olam groep, handelen we nu onder de merknaam ofi (Olam Food Ingredients), dat ons portfolio van ingrediënten, cacao, koffie, zuivel, noten en specerijen samenbrengt. We leveren onze producten aan voedingsmiddelenconcerns over de hele wereld.’



Een nieuwe omgevingsvergunning

‘Tot eind 2020 was ik general manager van alle cacaofabrieken in Europa, dus ook van de fabriek in Koog aan de Zaan. In mijn huidige functie ben ik nog steeds zijdelings bij die fabriek betrokken, omdat ik de weg die we toen ingeslagen zijn op het gebied van de omgevingsvergunning, graag wil voortzetten.’



‘Mijn eerste contact met de Omgevingsdienst was rond 2015, in het kader van de revisie van onze omgevingsvergunning – die was nogal verouderd. Samen werk je dan toe naar een nieuwe vergunning. Dat ging op zich in goed overleg. Later hebben we ook wel wat strubbelingen gehad: de Omgevingsdienst besloot ineens op het laatste moment voorschriften in de vergunning aan te scherpen.’



Strenge emissienormen

‘We doen bij Ofi erg veel om onze milieuvoetafdruk te verkleinen. Zo hebben we onlangs het Ammoniakakkoord afgesloten met de Omgevingsdienst en milieuorganisatie Mobilisation for the environment (MOB). Dit akkoord kwam voort uit een uitspraak van de rechter. Er zijn een aantal luchtstromen die wij nu nabehandelen, waardoor we minder uitstoot produceren. Voor andere stromen hebben we wat meer tijd nodig om die uitstoot te verminderen; tijd die we ook kregen van de Omgevingsdienst. We moesten namelijk onderzoek doen en bepalen welke techniek we zouden toepassen om dit te bewerkstellingen. Maar de MOB en ook bewoners vonden dat te lang duren en de rechter gaf hen gelijk. Dus moesten we ineens vanaf het moment van die uitspraak aan veel strengere emissienormen voldoen dan was afgesproken in de vergunning.’



‘We hebben tijdens overleggen met de Omgevingsdienst en de MOB besproken hoe we dit samen konden oplossen: wij willen natuurlijk uiteindelijk ook gewoon voldoen aan de emissienormen. Hieruit bleek bijvoorbeeld dat we voor een aantal luchtstromen al aan veel strengere emissienormen voldoen, normen die pas in de toekomst gaan gelden. Met de maatregelen die we nog gaan nemen, zal de jaarvracht nog veel verder worden gereduceerd Zo kwam het akkoord tot stand. Het is belangrijk om met elkaar in gesprek te gaan en aan de MOB en de Omgevingsdienst niet alleen te laten zien wat we nu al doen om onze uitstoot te verminderen, maar ook welke toekomstige maatregelen we nemen om die nog verder omlaag gaan brengen. We snappen dat de Omgevingsdienst noodzakelijk is om de leefomgeving en het milieu te verbeteren.’



Steeds minder uitstoot

‘Er kwamen trouwens vanuit de omgeving sowieso al veel minder klachten: voorheen waren er veel geurklachten, maar door maatregelen die we al genomen hadden, zijn die al sterk afgenomen. We hebben heel goed contact met de buren: elk kwartaal voeren we met hen overleg over de stand van zaken en onze plannen. Als je als bewoner niet weet wat er gebeurt en je leest allerlei negatieve berichtgeving, dan begrijp ik best dat je je zorgen kan maken. Daarom is dat contact zo belangrijk, dat je als bedrijf uitleg en context geeft, dat je transparant bent. We doen altijd wat we zeggen.’



‘Wat we doen om minder uit te stoten? We hebben bijvoorbeeld een mooie circulaire biomassaketel geplaatst. Met die ketel gebruiken we cacaodop, een restproduct van cacao, om zelf stoom op te wekken. Bewoners maakten zich daar eerst wel zorgen over, maar met die ketel hebben we de co2-uitstoot en het gasverbruik sterk omlaag gebracht. In 2022 hebben we ook twee thermische naverbranders geïnstalleerd die stoffen als ammoniak, die voorheen via de schoorsteen naar buiten gingen, op hoge temperatuur verbrandt. Hiermee hebben we onze ammoniakuitstoot nu al met 84 procent verminderd.’



Duidelijk en consistent

‘Daarnaast ben ik voorzitter van Zaanstad Maakstad, de vereniging van de vijftien grootste industriebedrijven in de Zaanstreek die zich onder andere inzet voor de omgeving. We zijn daarbinnen bijvoorbeeld heel actief met de gemeente en de provincie aan de slag om met elkaar de energietransitie aan te gaan. Zo zijn we aan het kijken of we onze eindproducten af kunnen voeren via de Zaan, over het water dus. Met onze grondstoffen doen we dit al. Op die manier hebben we geen vrachtwagens meer nodig en kunnen we zo de overlast beperken.’



‘We willen graag samenwerken, ook met de Omgevingsdienst. Zelf zoeken we daarom ook geregeld actief contact met de Omgevingsdienst. Laatst nog, in het kader van de nieuwe Omgevingswet die met ingang van 1 januari 2024 van kracht gaat. Dat doen we dan met Zaanstad Maakstad, zodat alle bedrijven uit de omgeving die zich hierbij aangesloten hebben, op de hoogte zijn van het nieuwe beleid. In het contact met de Omgevingsdienst vind ik duidelijkheid en consistentie het belangrijkst. En vroegtijdig overleggen ook, van beide kanten. Het onderling contact is daardoor sterk verbeterd – iets waar we allebei hard aan gewerkt hebben.’



RENGER BAATJE

Manager vergunningen en nautische zaken bij Scheepswerf Molenaar in Zaandam










‘Als je iets afspreekt, moet je het nakomen!’



Scheepswerf Molenaar in Zaandam voert het onderhoud uit aan de rondvaartboten van Lovers. 54 rondvaartboten die in de grachten van Amsterdam varen worden bij Molenaar onderhouden. Inmiddels is 70 procent van die boten elektrisch aangedreven. De scheepswerf aan de kade van de Zaan bestaat al meer dan 70 jaar. Hier zijn de kenmerkende Amsterdamse rondvaartboten gebouwd, het zogenaamde type ‘Molenaar’ dat later veel gekopieerd werd.’



Wederzijds vertrouwen

‘Het was voor ons geen verrassing toen we van de Omgevingsdienst hoorden dat de vloer vloeistofdicht moest worden gemaakt. Er zaten flinke scheuren in en bij het onderhoud aan de boten komt er best wat rommel op de vloer terecht. Dat moet natuurlijk niet in de bodem terecht komen, maar op de juiste manier worden afgevoerd. We hadden al een offerte opgevraagd om een coating aan te laten brengen. Deze was echter veel te hoog en we zijn verder gaan zoeken. Het bleek nog niet zo makkelijk om een bedrijf te vinden dat hiervoor gecertificeerd was, maar uiteindelijk hebben we er een gevonden.’



‘Het was heel prettig dat de Omgevingsdienst ons de tijd gaf om maatregelen te nemen. Zij zagen ook dat het niet eenvoudig was om hiervoor op korte termijn een geschikt bedrijf te vinden. Ik hield ze continu op de hoogte van de stand van zaken. Het belangrijkste is, als je iets afspreekt: moet je het nakomen. De andere partij moet ervan uit kunnen gaan dat je de dingen doet die je belooft. Dat zorgt voor wederzijds vertrouwen.’



Aan de regels voldoen

‘Het is fijn om een vast aanspreekpunt te hebben bij de Omgevingsdienst, zoals inspecteur Patrick Gase die ons op de gebreken aan de vloer wees. Ik wil bijvoorbeeld ook graag weten of we boven de opvangput een aparte olie-afscheider nodig hebben. Met zo’n vraag kan ik bij hem terecht. Als ik zo’n vraag bij leveranciers uitzet, dan krijg ik niet altijd een betrouwbaar antwoord, want zij moeten ook verkopen.’



‘Al met al hebben we hier de zaken aardig onder controle op het gebied van milieu en veiligheid, durf ik wel te zeggen. In twee andere hallen willen we ook aan de slag met de vloeren. Ook al is het daar nog niet verplicht, het gaat een keer komen. Daar nemen we graag een voorschot op.’