BEWONERS VERTELLEN



In het Noordzeekanaalgebied wonen veel mensen. In het vierde deel ontmoeten we drie bewoners die dichtbij bekende fabrieken wonen, zoals Bunge, ICL, Norit en Tata Steel. Hoeveel last hebben zij van de omliggende industrie? En hoe denken zij over de Omgevingsdienst? Caroline, Anneke en Ella doen hieronder hun verhaal.



CAROLINE DE GROOT

Tuindorp Oostzaan










‘Waar ik woon, hebben we vooral geuroverlast van Bunge, een fabriek die plantaardige en dierlijke oliën en vetten produceert, en ICL, een kunstmestfabriek. Het is een heel zoete, weeïge, misselijkmakende geur – vaak ook ’s nachts. Als je dan in de zomer alle ramen open hebt, word je daar wakker van. Dat is echt niet leuk.’



Geen geurnormen

‘Toen ik hier acht jaar geleden kwam, had ik heel veel onderzoek gedaan, rapporten gelezen en tevredenheidsonderzoeken geraadpleegd. Maar ik heb dit toch onderschat; over die geur las ik eigenlijk niets. Maar de oude bewoners zeggen wel: het hoort erbij als je hier woont. Als ik dat van tevoren had geweten, was ik hier niet komen wonen. Er zijn allerlei normen voor industrie, maar voor zover ik weet niet voor geur. Er is wel een onderzoek geweest waar het in is vastgelegd dat die overlast er is, maar ik weet verder niet wat daarmee is gebeurd.’



Klachten indienen

‘Ik heb er regelmatig contact over met de Omgevingsdienst, vooral met inspecteur Edgar Asma. Dat verloopt erg plezierig. Ik heb het gevoel dat hij echt begaan is met ons en we worden ook echt goed geïnformeerd. Dat contact is vaak met een klein groepje van drie bewoners. Er is ook een WhatsApp-groep met meer bewoners, maar die lag een tijdje beetje stil. We kregen van de Omgevingsdienst het verzoek om overlast zoveel mogelijk te melden, want die statistieken zijn belangrijk voor hun onderhandelingspositie. Maar op een gegeven moment ben je er ook wel een beetje moe van, zo’n klacht indienen is best een tijdrovend klusje. En achteraf indienen heeft niet zoveel zin: ze moeten direct in actie kunnen komen en zelf ook kunnen ruiken hoe erg het is.’



Onderzoek

‘Ik begrijp dat er wordt gewerkt aan een nieuwe omgevingsvergunning. Ik hoop dat daarin ook geurnormen worden opgenomen en dat de andere normen worden aangescherpt, want ik moet wel om de paar dagen mijn vensterbanken schoonmaken, omdat het echt smerig is van de uitstoot. Er zitten namelijk best wat lelijke stoffen in. Daar word je niet vrolijk van.

Het lijkt me heel belangrijk dat er ook onderzoek wordt gedaan naar de effecten van die stoffen op de gezondheid van omwonenden, dat is voor zover ik weet nog niet gedaan. Ik ben zelf over de zestig, dus mij maakt het niet zoveel uit, maar als ik kleine kinderen had zou ik hier niet komen wonen.’



Economisch belang

‘Ook vraag ik me als burger soms af of zo’n Omgevingsdienst of de overheid in het algemeen wel bestand is tegen de macht van de industrie. Het economisch belang wordt vooropgesteld, maar ik denk dat de gezondheid van burgers veel belangrijker is of dat in elk geval zou moeten zijn. Zeker met de oprukkende woningbouw.

Als ik schade veroorzaak, moet ik het ook vergoeden. Waarom die bedrijven niet? Dat is eigenlijk niet uit te leggen. Het doel van de Omgevingsdienst lijkt mij toch vooral het beschermen van de belangen van de bevolking. Wat mij betreft mogen ze dus nog best wat activistischer optreden, want de omgeving gaat de mensen die er werken volgens mij echt wel aan het hart, dat merk ik zeker in het contact.’



Algemeen belang

‘Er zijn vast manieren om fabrieken schoner te maken. Daar heb ik geen verstand van verder, maar ik kan me niet voorstellen dat het niet kan. Maar dat kost natuurlijk geld en dat gaat dan van de winst van die bedrijven af. Toch vind ik dat je dat nu best mag verwachten van bedrijven, dat ze daar een deel van hun winst voor afstaan. De overheid kan die normen best aanscherpen, vind ik. Maar er wordt over onderhandeld, iets wat ik verbazingwekkend vind. Dat mag wat mij betreft best wat eenzijdiger worden opgelegd, dat gebeurt met andere wetten ook. De overheid heeft één doel: het beschermen van het algemeen belang. Het economisch belang is daar misschien onderdeel van, maar hoe kun je gezondheid meenemen in die onderhandeling als je daar geen onderzoek naar hebt gedaan?’



Meer verduurzamen

‘De overlast is sinds ik hier woon overigens wel minder geworden. De concentratie van de geur lijkt minder en ook de duur van de overlast. Ik zou best willen weten wat er nog meer mogelijk is om de industrie te verduurzamen. Hoe meer ik erover weet, hoe meer vragen er bij me opkomen. Er gebeurt wel wat, maar is dat wat je redelijkerwijs mag verwachten, of is er meer mogelijk?’









ANNEKE STROO

Zaandam










‘Ik woon al 45 jaar direct naast het terrein van de Noritfabriek, in een woonwagen. Mijn man woont er al 60 jaar! We zijn kermisexploitanten. Zo’n 25 jaar geleden gingen ze de fabriek uitbreiden en daarvoor wilden ze ons natuurlijk weghebben. Te gek voor woorden! Ach ja, er is altijd al wel sprake geweest van discriminatie tegen ons, ze verzinnen van alles, dat we illegaal zijn, noem maar op. Maar ik heb hier gewoon een papiertje van de rechter waarop staat dat we hier mogen staan, hoor.’



Mannetje op de stoep

‘Ik zou nu op zich wel weg willen, want ik ervaar ook veel overlast van de Hemkade waar veel feesten worden gegeven. Maar dan moet de gemeente een nieuwe plek aanwijzen voor ons en dat gebeurt maar niet. Soms staat er weer een mannetje op de stoep, maar daarna hoor je weer jaren niks. Dus ik blijf gewoon lekker zitten waar ik zit.’



Zwarte vensterbanken

‘De overlast van de fabriek is er altijd al geweest: veel stank en uitstoot van chemische stoffen. En mijn wagen is volledig verzakt, er zitten scheuren in de muren. Dat komt door die heftrucks die over het terrein heen scheuren en veel trillingen veroorzaken. Ik was net ook weer bezig om een nieuwe schutting te bouwen van pallets. Dat moet ik bijna om de paar maanden wel doen, want hij zakt gewoon in elkaar daardoor. Ik kan ook nooit mijn was buitenhangen, alles is meteen helemaal zwart van al het neerdalende stof van de kolenopslag OBA en van Norit. De vensterbanken moet ik elke dag schoonmaken.’



Kankerverwekkend

‘Jaren geleden is bij mij huidkanker vastgesteld. Of dat door die fabriek komt, dat weet ik niet zeker, maar ondanks allerlei behandelingen, gaat de kanker niet weg. Ik denk zelf dat het wel door de schadelijke uitstoot komt. Ik heb ook heel brutaal contact opgenomen met een professor van de VU – ik zag zijn naam een keer in een rapport staan. Hij zegt wel degelijk dat het kankerverwekkend is, terwijl ik op bijeenkomsten van de GGD heb gehoord dat het allemaal niet bewezen is.’



Symptoombestrijding

‘Vroeger liep ik als ik overlast ervaarde gewoon zelf naar de fabriek toe. Ja, als je jong bent, ben je eigenwijs. Ze praatten wel gewoon met me hoor. En je mocht toen ook één keer maand op kosten van Norit je auto laten wassen en je huis aan de buitenkant laten schoonmaken. Maar dat vond ik een beetje symptoombestrijding, dat kan ik zelf ook wel. Bovendien los je er niets mee op. Ik zou liever gezien hebben dat ze dat geld dan staken in goede voorzorgsmaatregelen.’



Dwangsom

‘Nu heb ik regelmatig contact met de Omgevingsdienst, vooral met inspecteur Edgar Asma. Die is gewoon zo menselijk, hij praat ook menselijk. Dat maakt zo’n verschil, ik voel me serieus genomen. Die fabriek is er nu eenmaal, dus je moet er gezamenlijk goed mee omgaan. Daar zet de Omgevingsdienst zich heel erg voor in. Ze komen gelijk in actie als je een klacht indient: ze staan meteen voor de deur. Twee jaar geleden heeft de Omgevingsdienst Norit ook een dwangsom van een half miljoen opgelegd. Ik geloof wel dat ze proberen om het allemaal te verbeteren, er is nu ook een nieuwe directeur die daar veel mee bezig is, heb ik begrepen.’



Witte schutting

‘Weet je wat het is? Ik kan wel met de buurman praten en samen gaan zitten klagen, maar wat heeft dat voor zin? Er is een burenvereniging, maar daar mochten wij niet bij. Nieuwe bewoners van de nieuwbouw in de buurt betrekken ons er wel bij. Die stellen dan allemaal brieven op met van die dure woorden. Maar ik maak me niet meer zo druk nu. Ik begrijp het nu ook beter, dat het niet zo zwart-wit is allemaal. Iets niet begrijpen, veroorzaakt ook dwarsheid. Maar ik ben mijn dwarsheid ook niet helemaal kwijt hoor; ik ga die nieuwe schutting toch weer lekker wit schilderen.’








ELLA DE JONG

Wijk aan Zee










‘Ik woon vlakbij Tata Steel, maar zelf ervaar ik daar niet zoveel overlast van. Ik sta er genuanceerder in, denk ik. Die fabriek is er nu eenmaal, dat wist ik al toen ik hier kwam wonen. En ik woon hier heel prettig, dus ik wil er ook geen last van hebben. Dan vergal ik alleen mijn eigen leven. Als je in Amsterdam woont, is de lucht ook niet schoon. En wat dacht je van mensen uit het Ruhrgebied? Er is overal wel wat, denk ik altijd.’


Betrokken bij de omgeving

‘Ik heb veel contact met Tata zelf, maar ook met bewoners; met iedereen eigenlijk. Dat heeft vooral te maken met mijn herberg en eetlokaal in Wijk aan Zee, Be My Guest. Daar worden weleens informatiebijeenkomsten voor bewoners georganiseerd door de gemeente of de milieudienst. Daar ben ik dan zelf ook bij. Ik hou sowieso erg van samenwerken en ben ook altijd erg betrokken bij mijn omgeving. Op dit moment zit ik nog in het comité Future Generations van Tata Steel, waar mensen subsidie kunnen aanvragen voor projecten die goed zijn voor de omgeving. Dat kunnen culturele dingen zijn, maar ook duurzaamheidsprojecten. Met de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied heb ik niet zoveel contact. Ik weet wat ze doen, hoor. Ik vind dat ze wel goed bezig zijn. Het is goed om een plek te hebben waar je vragen kan stellen. Een onafhankelijke organisatie die een oogje in het zeil houdt.’



Groen staal

‘Wat ik vooral belangrijk vind, is dat je iedereen in zijn waarde laat en dat iedereen zijn eigen mening mag hebben. En hoe meer ik er zelf over weet – ik heb bijvoorbeeld een hele tijd in de Dorpsraad gezeten – hoe meer ik besef wat ik allemaal niét weet. Zoals met dat groene staal waar het de laatste tijd over gaat – staal geproduceerd met waterstof in plaats van hoogovens – dat klinkt heel mooi, maar er is nog maar heel weinig over bekend. Er is geen vergelijkingsmateriaal: Tata zou de grootste fabriek ter wereld worden die op die manier staal produceert. Ik praat daar dan ook over met Tata zelf en ik weet dat ze ook al heel lang bezig zijn met innovatie. Zo logeerde er vijf jaar geleden iemand in mijn herberg die bezig was met een plan waarmee Tata vijftig procent minder kon gaan uitstoten. Maar in die vijf jaar is er weer zoveel veranderd en moet de uitstoot naar nul procent, waardoor dat plan niet meer doorging.’



Samen verduurzamen

‘Het is dus allemaal niet zo zwart-wit en al helemaal niet zo simpel. Het milieu staat bij iedereen hoog op de agenda: ook bij Tata zelf. En we weten veel meer dan vroeger; ik bedoel, vroeger werd er met DDT gestrooid en overal asbest voor gebruikt. Dat is nu ook niet meer zo. Maar ik zou het ook niet erg vinden als Tata Steel zou sluiten. Maar dat kan natuurlijk ook niet zomaar. En wat is het alternatief? De fabriek verplaatsen? Dan verplaats je het probleem alleen maar en zijn er weer andere mensen die er last van hebben. Laat ‘m dan maar gewoon hier staan en probeer met elkaar uit te vogelen hoe het duurzamer kan. Dat is zeker belangrijk. Maar kijk, schoon zal die fabriek nooit worden. En als je het milieu echt zo belangrijk vindt, dan kun je ook denken: ik stop met staal produceren en ga iets anders doen. Net als met Schiphol: mensen kunnen wel zeuren over de vervuiling van vliegtuigen, maar ze gaan wel lekker zelf met het vliegtuig op vakantie.’



Het grotere plaatje

‘Zelf heb ik denk ik een heel kleine ecologische voetafdruk. Ik vlieg niet, ik hou er niet van. En in mijn herberg heb ik bijna geen afval: ik maak het eten op zo’n manier dat mensen alles opeten. Ze eten verder wat de pot schaft, dus ik hoef bijna nooit iets weg te gooien. Ook heb ik de herberg helemaal ingericht met tweedehands spullen. En een andere heel bewuste keuze: ik heb geen kinderen. Ik denk dat daar het echte probleem ligt, er zijn gewoonweg te veel mensen op de wereld, dat brengt heel veel vervuiling met zich mee en zorgt ervoor dat industrie altijd dicht op bewoners zit. Of je moet in Noord-Noorwegen gaan wonen, ik geloof dat het daar qua lucht wel wat schoner begint te worden vergeleken met hier. Wat ik maar bedoel te zeggen: het probleem ligt niet alleen bij Tata Steel, je moet wel het grotere plaatje blijven zien.’