‘DE KNOP MOET NU OM!’



Een duurzame, veilige en gezonde leefomgeving bereiken we alleen als we ons energiegebruik drastisch verminderen. De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied richtte daarom dit jaar een speciaal team Energiebesparing op, dat toezicht houdt op het energiegebruik van bedrijven – met ondersteuning van milieuadviseurs van het team Expertise, Milieu en Duurzaamheid en juristen van het team Juridische expertise. Teammanager Energiebesparing Els Joosten en milieuadviseur Marlies Lambregts: ‘De tijd van praten is voorbij.’



ELS JOOSTEN

Teammanager Energiebesparing










‘Het is heel belonend als een bedrijf ineens voldoet aan de regelgeving en daarmee enorm veel energie bespaart.’



Els: ‘Duurzaamheid is een breed begrip en omvat veel thema’s waar wij binnen de Omgevingsdienst mee bezig zijn, zoals duurzaam bouwen, circulaire economie en warmtenet. Mijn team houdt zich vooral bezig met het onderwerp verduurzaming energiegebruik bedrijven en de aanleg en het gebruik van bodemenergiesystemen. ‘Die term, verduurzaming energiegebruik, dekt de lading van ons werk dan ook beter’, vervolgt Marlies: ‘Alleen kiezen voor zonnepanelen is bijvoorbeeld niet genoeg. Het gaat er vooral om dat bedrijven steeds minder energie gaan gebruiken. Want iedere bespaarde kWh of kuub gas, hoeft niet duurzaam te worden opgewekt. En dat de energie die ze wél gebruiken, op een duurzame manier wordt opgewekt, is daarnaast natuurlijk ook belangrijk!’



Els en Marlies kennen elkaar al 30 jaar, van toen ze zich beiden bij de gemeente Amsterdam al bezighielden met onderwerpen als energietransitie en duurzaamheid – onderwerpen die vanaf 1994 een actieve rol gingen spelen bij de vergunning-, toezicht-, en handhavingstaken. Vanaf het moment dat die taken werden overgenomen door de omgevingsdiensten, werken zij nog altijd nauw samen. Els: ‘We waren gepokt en gemazeld door die jaren bij de gemeente. En we hadden de specialisten verduurzaming energiegebruik ook al, van wie Marlies er een is.’



Samen succes boeken

Marlies ondersteunt, met haar collega-specialisten, als milieuadviseur bij onder andere vergunningverlening en bij het beoordelen van onderzoeken energiebesparing. Ook verdiept ze zich in de wet- en regelgeving voor verduurzaming energiegebruik, die continu aan verandering onderhevig is, en is ze binnen en buiten de organisatie adviseur over de toepassing daarvan.

Els: ‘Binnen ons werk is samenwerking met andere teams essentieel om een goed resultaat te boeken. Successen op het vlak van verduurzaming energiegebruik behalen we dan ook echt met elkaar.’



Begin dit jaar werd het team Toezicht & Handhaving Energiebesparing opgericht, met Els als teammanager. ‘Dit team is eigenlijk de opvolger van het project Energiebesparing bedrijven dat we in 2015 zijn gestart: per opdrachtgever hadden we een plan van aanpak waarin we afspraken hebben gemaakt over de aanpak van energiebesparende maatregelen bij bedrijven.’ Met dit project Energiebesparing kon de omgevingsdienst deze taken versneld uitvoeren. Eerder werden bedrijven als kantoren waar veel energie te besparen is, relatief weinig gecontroleerd, omdat ze bijvoorbeeld weinig geluid of luchtverontreiniging veroorzaken. Door de projectmatige aanpak kregen deze bedrijven de aandacht die ze verdienen op het vlak van energiegebruik. Tijdens die periode werd ook nieuwe regelgeving doorgevoerd, zoals de Informatieplicht verduurzaming energiegebruik, de Onderzoeksplicht, Label C en EPBD.



Nieuwe wetten en regels

Els: ‘Toen het project in 2020 was afgerond, beseften we dat verduurzaming energiegebruik een blijvende, groeiende taak was binnen ons werk. Daarmee was het onderwerp niet meer geschikt om in projectvorm voort te zetten: er was een vast team nodig dat zich hier dedicated mee bezig ging houden. Daarnaast houdt ons team het toezicht op de aanleg en het functioneren van de open en gesloten bodemenergiesystemen. Het goed inregelen van deze warmtekoudeopslag bij bedrijven en particulieren wordt steeds belangrijker, zodat die daadwerkelijk het maximale rendement opleveren, iets wat wettelijk verplicht wordt vanaf 2024.’



Nieuwe regelgeving op het gebied van verduurzaming energiegebruik is aan de orde van de dag. Zo zijn er met ingang van 1 juli dit jaar ook al nieuwe regels gaan gelden: bedrijven die voorheen de dans ontsprongen – bedrijven die onder de Europese emissiehandel en glastuinbouw vallen – moeten sindsdien aan dezelfde wet- en regelgeving voor energiebesparing voldoen als andere bedrijven. Marlies: ‘Daarbij is verduurzaming energiegebruik een basispakkettaak geworden, wat inhoudt dat een taak vanuit het Rijk direct bij de Omgevingsdienst is ondergebracht. Gemeenten en provincies zijn daardoor verplicht om de taak verduurzaming energiegebruik bedrijven door de Omgevingsdienst uit te laten voeren.’









MARLIES LAMBREGTS

Milieuadviseur










‘Alleen kiezen voor zonnepanelen is niet genoeg’



Landelijke speler

Met die verplichting kreeg de Omgevingsdienst er in een klap 4000 bedrijven bij, waarmee die nu in totaal circa 8500 bedrijven controleert en adviseert op verduurzaming energiegebruik. Marlies: ‘Mijn team ondersteunt het team van Els voor een deel bij die taken, maar in mijn functie houd ik me daarnaast ook bezig met verduurzaming energiegebruik in de woningbouw – eveneens een belangrijk onderwerp binnen de Omgevingsdienst.’



De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied heeft duurzaamheid niet alleen als onderdeel van haar missie: de dienst wil graag een landelijke speler zijn als het gaat om trending topics binnen het thema verduurzaming energiegebruik. Els: ‘We zijn koploper op een aantal van die thema’s, zoals energiegebruik door datacenters en Label C, het energielabel waar kantoren sinds dit jaar aan moeten voldoen. We vinden dat heel leuk om te doen en je merkt ook dat we daardoor vaker als gesprekspartner worden gevraagd bij dit soort onderwerpen.’



Welwillende bedrijven

Marlies: ‘En we zoeken graag de samenwerking op met andere omgevingsdiensten: waarom zou je zelf steeds opnieuw het wiel uitvinden? Zo ondersteunen we een kleinere Omgevingsdienst met controles bij hun enkele datacenters of gaf ik laatst een lezing over glastuinbouw bij weer een andere. Het maakt ons niet uit waar er precies CO2 wordt gereduceerd: dat houdt niet op bij de grens van het Noordzeekanaalgebied.’



En verduurzaming energiegebruik houdt ook niet op bij de grenzen van energierelevante industrie en kantoorgebouwen. Zo heeft het werk van Els en Marlies ook effect op allerlei daaraan gerelateerde milieuthema’s, zoals het koelwatergebruik en het voertuigenpark van bedrijven. Voertuigen als vorkheftrucks moeten bijvoorbeeld zoveel mogelijk elektrisch zijn. Bedrijven zijn doorgaans welwillend om mee te werken als de Omgevingsdienst op de stoep staat: zelf willen ze ook aan de wet- en regelgeving voldoen, en onderwerpen als energietransitie en duurzaamheid staan bij de meeste hoog op de agenda. Ook het feit dat energiebesparende maatregelen op de lange termijn geld opleveren, geeft vaak een positieve impuls. Marlies: ‘Maar sommige bedrijven moeten er ook wel aan wennen, hoor. Die geven aan dat ze het soms best lastig vinden dat de overheid over hun schouder meekijkt bij alles wat ze doen.’ ‘Maar het maakt ons werk wel heel belonend’, vervolgt Els. ‘Als zo’n bedrijf dan ineens voldoet aan de wet- en regelgeving en daarmee enorm veel energie en daarmee kosten bespaart.’



Energiebesparende maatregelen

Maar bedrijven meekrijgen, gaat niet altijd zonder slag of stoot: zo pleitte de Milieudienst van de gemeente Amsterdam, waar Els en Marlies werkten voordat de Omgevingsdiensten werden opgericht, jaren geleden al voor het afdichten van de koelvitrines in de supermarkt. Dat afgesloten koel- en vriesvakken nu niet meer zijn weg te denken, maakt dit toch wel een van de grootste successen op het gebied van energiebesparing bij bedrijven van de afgelopen tijd, zeggen Els en Marlies. Els: ‘Er zijn vele rechtszaken over gevoerd destijds. En supermarkten kwamen met allerlei argumenten waarom ze het geen goed idee vonden: mensen zouden de producten niet goed meer kunnen zien en daardoor minder kopen. Je ziet het: het is helemaal goed gekomen, mede dankzij onze Omgevingsdienst. En nu staat het gewoon in de wet dat koel- en vriesvakken moeten zijn afgeschermd.’



Dat ze kunnen bijdragen aan energiebesparende maatregelen met zoveel effect, op zo’n grote schaal, geeft Els en Marlies veel voldoening. Als ze zien dat er binnen de wet- en regelgeving meer mogelijk is dan nu gebeurt, dan gaan ze het gevecht ook met liefde aan. Els: ‘Een onderwerp dat nu speelt, zijn de datacenters: die gebruiken veel energie en in onze regio zijn er veel. Op de servers die in een datacenter staan, zit een knopje om energie te besparen. Niet alle datacenters willen dit knopje omzetten. Om ervaring op te doen met de effecten van deze energiezuinige stand op de servers hebben wij bij onze eigen drie servers de knopjes al sinds lange tijd op deze stand gezet. Ook deze maatregel is inmiddels opgenomen in wet- en regelgeving. Via toezicht en handhaving proberen we alle datacenters te bewegen om alle servers op de energiezuinige stand te zetten. Hierin werken we samen met alle omgevingsdiensten in Nederland. Deze maatregel leidt tot zo’n tien procent energiebesparing.’



Aan de slag

Maar dan zijn we er nog niet: er is nog veel werk aan de winkel. Marlies: ‘De uitdaging voor de toekomst is dat iedereen aan de slag gaat. De knop moet om.’ Els: ‘Op dit moment is er nog veel discussie over of het doorvoeren van klimaatmaatregelen echt nodig is. Ik hoop echt dat verduurzaming van het energiegebruik voor iedereen over tien jaar de normaalste zaak van de wereld is en niemand er meer aan twijfelt.’



Ook verwacht Els dat de technische ontwikkelingen ons dat in die komende tien jaar een stuk makkelijker gaan maken: ‘Die gaan zo snel, bedrijven springen daar wel op in. Het voordeel is ook dat als het normaal wordt, het dan betaalbaar wordt, waardoor het voor iedereen nog makkelijker wordt om aan alle eisen, wetten en regels te voldoen.’ Verder verwacht ze dat er bij de Omgevingsdienst over tien jaar niet één, maar twee teams Energiebesparing zijn, nu het onderwerp echt op stoom begint te komen.



Marlies: ‘Ik verwacht ook dat een aantal bedrijfstakken niet meer zullen bestaan in Nederland, omdat blijkt dat ze te energie-intensief zijn en het niet meer kunnen bolwerken.’ Allebei denken ze dat over tien jaar het duurzame elektriciteits-, warmtenetwerk op orde is en ook de plannen voor waterstof vergevorderd zijn. Els: ‘Daar is fors geld voor gereserveerd en wordt heel hard aan gewerkt. Wat ons betreft is de tijd van praten echt voorbij. Het is nu echt belangrijk om alles wat er is bedacht en in al die beleidsstukken staat opschreven, in de praktijk te brengen. De knop moet om!’