BLIK VOORUIT



In dit laatste deel van ’10 jaar onze OD’ blikken we niet langer terug, maar juist vooruit. Je leest hoe de toekomst eruitziet, door de ogen van onze eigen medewerkers. Welke rol is er over tien jaar voor de Omgevingsdienst weggelegd? Bestaat die dan eigenlijk nog? En welke milieuproblemen zijn opgelost en welke uitdagingen zijn ervoor in de plaats gekomen? Of zijn ze allemaal als sneeuw voor de zon verdwenen? Ja, een beetje dromen mag natuurlijk ook…








NICO, DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING

‘We kunnen veel winnen door krachten te bundelen’

‘We sluiten de viering van ons jubileum niet zomaar af op 6 februari 2024. Precies tien jaar geleden, op 6 februari 2014, gaf staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu het startsein voor de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Ja, de Omgevingsdienst bestond formeel al ruim een jaar, maar het kantoorpand in Zaandam was nog niet klaar. Iedereen was al hard aan het werk, maar vanuit de kantoren van onze opdrachtgevers. De staatssecretaris en burgemeester Weterings van Haarlemmermeer – ook onze eerste voorzitter van het Algemeen Bestuur – openden ons pand op die historische datum.’



Tien jaar in een notendop

‘We gingen van start met 320 collega’s en zijn nu meer dan verdubbeld en ons takenpakket is steeds meer uitgebreid. Als organisatie zijn we altijd in ontwikkeling geweest. We maken gebruik van de nieuwste technische innovaties en werken steeds meer data-gestuurd. We hebben een bijdrage geleverd aan grote ruimtelijke projecten en denken als experts met onze opdrachtgevers mee over verduurzaming en bij ruimtelijke opgaven. We hebben vergunningen aangescherpt en met vakkundig toezicht gezorgd dat bedrijven zich aan de regels houden. We betrekken de samenleving steeds beter bij wat we doen en het begrip voor ons werk is gegroeid.’



Samenwerken als uitgangspunt

Over tien jaar hoop ik, als ik kijk vanuit mijn portefeuille bedrijfsvoering, dat er veel meer samenwerking is tussen de omgevingsdiensten in Nederland. Die is er te weinig. Er zijn 29 omgevingsdiensten met ieder hun eigen zaaksysteem, HR-systeem en financieel systeem. Je mag hopen dat we tegen die tijd onze expertise hebben gebundeld, structureel data uitwisselen en er sprake is van een verregaande systeemintegratie. Als je terugkijkt is het eigenlijk gek dat dit niet meer samen is opgepakt. We kunnen veel winnen door krachten te bundelen. Dat is echt een vurige wens van mij. Niet meer ieder voor zich. We werken nu samen waar nodig, maar dat moet het uitgangspunt zijn.’



Eten uit je tuintje

‘Verder hoop ik dat grote stappen zijn gezet in onze missie, de gezonde leefomgeving en het terugdringen van fossiele brandstoffen, CO2 en gevaarlijke stoffen. Maar ik ben ook realistisch: wat we in tachtig jaar hebben verklooid, maken we niet in tien jaar goed. Ook hoop ik dat bedrijven zelf ook stappen gaan zetten, hun verantwoordelijkheid pakken. Te gek voor woorden dat mensen in Limburg niet meer uit hun tuintje kunnen eten door een bedrijf in de buurt. Natuurlijk kunnen we een hoop afdwingen, maar dat gaat langzaam en is ingewikkeld. Ook de rijksoverheid moet stappen zetten, zoals in stikstofontwikkeling. Je zit in een keten, de bedrijven zijn ook afhankelijk, het rijk moet onder andere windparken op zee regelen, voor de afbouw van fossiele brandstoffen. Zelf ben ik over tien jaar 73. Dan hoop ik in goede gezondheid nog een leuk leven te hebben. En dat ik dan kan terugkijken op de mooie stappen die de omgevingsdienst gemaakt heeft.’








JURIAAN, TEAMMANAGER

‘Ik hoop dat wonen en industrie samengaan zonder forse overlast’

‘Ik hoop dat we over tien jaar in onze regio voldoen aan de Europese doelstellingen voor CO2-reductie, en liever nog een paar stappen verder zijn! Wat betreft toezicht wil ik dat we tegen die tijd realtime zicht hebben op de emissies bij onze bedrijven, met een koppeling aan de geldende normen. Met geautomatiseerde alarmeringen bij overschrijdingen. We hebben het voor elkaar gekregen dat wonen en industrie in elkaars nabijheid samengaat zonder forse overlast te ervaren, zoals we dat nu wel nog zien.’








CHRIS, ADVISEUR ORGANISATIE & ADVIES

‘Het wiel hoeft niet steeds opnieuw te worden uitgevonden’

‘De verschillende Omgevingsdiensten werken over tien jaar nog beter samen. Een goede samenwerking is essentieel voor het bevorderen van een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving. Er is in mijn beleving al veel gebeurd op dit vlak, maar er is nog winst te behalen. Het wiel hoeft bij een nieuwe uitdaging niet elke keer opnieuw uitgevonden worden door de verschillende omgevingsdiensten.’

Slim reageren op weerstand en drijfveren

‘Daarnaast hoop ik dat gedragskennis binnen de verschillende omgevingsdiensten is gegroeid. Het begrijpen van de dieperliggende redenen achter menselijk handelen. Door meer aandacht te besteden aan de motivaties, drijfveren en weerstand van individuen en bedrijven kunnen slimme gedragsinterventies worden ontwikkeld. Deze interventies kunnen vervolgens worden ingezet om positieve veranderingen in het gedrag van mensen te bewerkstelligen, wat bijdraagt aan een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving.’








WILMA, TEAMCOÖRDINATOR

‘Geld en macht zijn ondergeschikt aan de waarden voor de leefomgeving’

‘Ik hoop dat we steeds meer zicht hebben op de veroorzakers van milieubelasting en werken aan vermindering daarvan. Een betere balans in de leefomgeving, want door activiteiten en bedrijvigheid die de gezondheid van mensen, planten en dieren beïnvloeden, staat die balans in een aantal gebieden onder druk. We weten nog veel niet én kunnen dit meer in evenwicht brengen.’



Heilige huisjes omver

‘Ik zie voor me dat we over tien jaar in de samenwerking met bedrijven, opdrachtgevers en bewoners nog meer met elkaar in verbinding zijn dan dat we nu al zijn. Dat elkaar kennen en weten te vinden, bijdraagt aan onderlinge contacten en uitwisseling van ieders deel op het gebied van wetgeving en kennis. Hierbij helpen een aantal ontwikkelingen ons, zoals betere tools, bijvoorbeeld digitale informatiesystemen, digitale en fysieke community's en een platform voor samenwerking. De ruimte voor onze medewerkers om hier vorm aan te geven, is hierin ook belangrijk. We gaan veel meer met elkaar samenwerken vanuit de opgave die er ligt met betrekking tot de waarden voor de leefomgeving. Groei, heilige huisjes, macht en geld zijn hier ondergeschikt aan.'










VINCENT, INSPECTEUR BODEM

‘We moeten graven in een verontreinigde bodem om het stroomnet te verzwaren’

‘Voor bodemtoezicht is het nieuwe uitgangspunt “bodem en water sturend” belangrijk. Dit vraagt om een meer integrale benadering. Enerzijds is de opgaaf van grote saneringen voor een groot deel afgerond. Risicovolle grote verontreinigingen zijn grotendeels onder controle, dat wil zeggen: beheerst of gesaneerd. Ons werk zal de komende 10 jaar voor een groot deel bestaan uit projectmatig graven en beperkt uit saneren om de bodem geschikt te maken. Door de transitie van gas naar stroom zullen er in dat kader veel graafwerkzaamheden in verontreinigde bodem volgen: het hele stroomnet moet worden verzwaard en de waterhuishouding versterkt.’

Circulariteit van grondstoffen

‘Een nieuwe uitdaging is om de stroom circulaire bouwstoffen verantwoord te laten gaan, zoals staalslakken, immobilisaat en bodemas. Onjuiste toepassing kan voor grote nieuwe verontreinigingen zorgen. Circulariteit van grondstoffen wordt een grote uitdaging en extra belangrijk: aangezien veel primaire grondstoffen, zoals zand, ook nodig zullen zijn voor de waterbescherming – namelijk het ophogen van dijken aan de kust, rivieren en kanalen. Dit kan voor schaarste zorgen.’



Bewust bodemgebruik

‘Daarnaast is er in lijn met de Soil Health Mission voor Nederland en onze opdrachtgevers samen met de Omgevingsdienst een opgaaf om bij te dragen aan een vitale bodem. Gebruik de bodem passend en verantwoord in aansluiting op wat de bodem te bieden heeft, is het devies. Gezien de woningbouwopgaaf lijkt het niet verstandig daar te bouwen waar het in de toekomst kwetsbaar is voor overstroming. Welke rol daarin precies is weggelegd voor de Omgevingsdienst, is nog niet duidelijk.’








LUISA, TEAMMANAGER

‘Er zijn geen discussies meer, door duidelijke wet- en regelgeving’

‘Over tien jaar hoop ik dat alle aspecten waar we binnen de leefomgeving mee te maken hebben, afgedekt zijn door duidelijke en begrijpelijke wet- en regelgeving, waardoor we hier geen discussies of onduidelijkheden meer over hebben. In de samenwerking is er dan meer duidelijkheid over de rolverdeling, waardoor ook hier geen discussies meer over bestaan en dat iedereen voelt dat we het samen doen. We leven dan in een land waarin we ons allen veilig voelen op gezondheidsgebied, maar er ook zorg is voor onze natuur, onze dieren en onze medemensen.’










JP, INSPECTEUR MILIEU

‘Het ideaalbeeld is met elkaar de gezamenlijke belangen behartigen’

‘Mijn ideaalbeeld voor over 10 jaar is: meer interactie tussen alle organisaties, bewoners en bedrijven. Gezamenlijke belangen behartigen, zoals de participatiemaatschappij het voor ogen heeft.

Helaas zal dit niet gaan lukken in een maatschappij die zich steeds meer richt op eigenbelang en kortdurend succes. Ook speelt de wereld zich steeds meer af op sociale media dan in de echte wereld. Het grote belang raakt zo bijna uit het zicht. Dit zal in de toekomst alleen maar toenemen, naarmate de grondstoffen schaarser worden en leefgebieden kleiner worden. Het ideaal “ik plant een boom voor de volgende generatie om onder te zitten en van de schaduw te kunnen genieten” bestaat helaas niet meer.’



Zelf zuurstof produceren

‘Een duurzame leefomgeving is er een die gebruikmaakt van energie die op aarde aanwezig is zoals zon, wind en kernenergie, een leefomgeving waarin meer ruimte is voor natuur. Een leefomgeving waarin dit ook is verankerd, zowel in de wet, als in de behoefte van de mensen. Bijvoorbeeld zo: als je een huis of bedrijf bouwt, dan moet minimaal 95 procent van je dak uit zonnepanelen bestaan of uit een groen dak, en daarbij moet je bomen planten. De leidende vraag moet zijn: hoeveel zuurstof produceer jij voor jezelf en je gezin, of voor jou en werknemers? En het uitgangspunt: minimaal zelf genoeg zuurstof produceren en koolstofmonoxide opnemen als je nodig hebt om je bedrijf of huishouden te runnen.’








MARTIJN, PROGRAMMAMANAGER

‘Iedereen kan de luchtkwaliteit aflezen in een app’

‘Over tien jaar is de gezondheidsschade die ontstaat door Tata Steel, aanzienlijk verminderd. En, minstens zo belangrijk, het is voor de Omgevingsdienst, de burgers en de bedrijven in het gebied duidelijk welke stoffen het bedrijf uitstoot en welke niet. Dat kun je allemaal op een app zien. Door die duidelijkheid is het voor iedereen helder wat de luchtkwaliteit is. De samenwerking tussen de Omgevingsdienst, burgers en bedrijven is dan open, participatief. We hebben een open participatiemodel met inspraakmogelijkheden die duidelijk te zien zijn op een publieke website. Je kunt daar als bedrijf of burger zien welke nieuwe plannen er zijn en hoe je daar invloed op kunt uitoefenen.’








ANNEMIEKE, TEAMMANAGER

‘Dat we kunnen slapen zonder herrie en stank, dat komt toch door de Omgevingsdienst?’

‘Over tien jaar zeggen de ondernemers uit mijn netwerkclub voor de bouwkolom hopelijk: “Natuurlijk gaan wij onze bouwvergunning aanvragen bij de Omgevingsdienst, daar zitten experts op dit vakgebied voor de complexe dossiers die samen met ons snel, goede vergunningen afgeven die recht doen aan een gezonde en veilige leefomgeving.” En mijn buren zeggen: “Goh buurvrouw, wat fijn dat het hier niet meer stinkt en wij ’s nachts lekker slapen zonder herrie, dat komt toch door die Omgevingsdienst waar jij werkt?” En onze opdrachtgevers zeggen: “De Omgevingsdienst is onze partner waarop wij kunnen vertrouwen, we steunen en helpen elkaar bij de opgaves in ons gebied.” Ook begrijpen zij ook de bestuurlijke context waarin wij ons bevinden en helpen zij ons daarbij. Verder kunnen alle mensen prettig wonen en dichtbij recreëren in een veilige omgeving, waarbij we proberen onze voetafdruk zo klein mogelijk te laten zijn, zonder mensen hierin iets op te dringen.’










MARIO, DIRECTEUR TOEZICHT & HANDHAVING

‘Een duurzame, veilige en gezonde leefomgeving, daar moeten we zelf ook iets voor over hebben’

‘Er liggen grote opgaven voor ons, die al voor een deel zijn belegd in onze strategische agenda, maar de uitwerking hiervan gaat nog heel veel werk vragen. Continuïteit, het hebben van een lange adem maar ook innovatie zijn belangrijk om tot resultaat te komen. Hier heb je een sterke en deskundige organisatie voor nodig. Dat zijn we, maar we moeten doorontwikkelen. Dit soort grote vraagstukken los je niet in een paar jaar op, daar is langetermijn-aandacht voor nodig en tegelijkertijd dienen zich ook weer nieuwe thema’s aan die aandacht behoeven, zoals de kwaliteit van bodem en water. We weten steeds meer over de effecten van ons handelen op het milieu en dat is geen vrolijke boodschap, maar het heeft wel een grote urgentie in zich om hier iets aan te doen.’



Een Omgevingsdienst 2.0

‘De Omgevingsdienst zal zich als organisatie verder professionaliseren en door ontwikkelen naar een organisatie die haar volwaardige rol kan nemen in een professionele uitvoering van onze taken en vanuit die kennis kan bijdragen aan het aanpakken van de grote opgaven waarvoor we staan. Dit betekent voor mij dat we een nog betere positie krijgen bij de beleidsontwikkeling en inrichting van ons gebied, maar ook de kennis hierover kunnen doorgeven aan het Rijk om de afstand die er nu veelal is tussen Rijk en regionale uitvoering, te verkleinen. Communicatie met de omgeving, transparantie en inzicht geven in ontwikkelingen en resultaten zullen hierbij hand in hand moeten gaan. Dit zal veel gaan vragen van onze organisatie en de samenwerking met onze partners, maar de regio verdient een dergelijke ontwikkeling. De complexiteit van de opgaven rechtvaardigt een organisatie 2.0 en ik hoop dat mijn blik op de toekomst straks niet meer de toekomst is, maar ons nieuwe heden.’

In een stroomversnelling

‘Tien jaar lijkt ver weg, maar dit is in ons werkveld een relatief korte periode en het is de vraag of we over tien jaar nog eenzelfde beeld hebben als nu, over hoe een duurzame, veilige en gezonde leefomgeving eruitziet. Terugkijkend zie je de opvattingen hierover door de tijd veranderen. Dit komt de laatste jaren in een soort stroomversnelling. Over het wonen dichtbij industrie werd decennia geleden anders gedacht dan nu. We weten meer over gezondheidseffecten, we accepteren minder hinder en willen prettig kunnen leven. Ook bovenregionale ontwikkelingen hebben een grote invloed op de regionale kwaliteit en die verdienen minstens zoveel aandacht.’



Aandacht voor eigen gedrag

‘In een periode van tien jaar zal de omgeving er niet heel anders uitzien, maar zullen er, naar ik verwacht en hoop, wel belangrijke verbeteringen in gang zijn gezet, die uiteindelijk stap voor stap toewerken naar een nieuwe balans in ons beeld van een duurzame, veilige en gezonde leefomgeving. Dat betekent dat we grote stappen hebben gezet in het verder terugdringen van emissies van bedrijven en mobiliteit. Dat we slimmer omgaan met onze schaarse ruimte en ook voor de vraag komen te staan: welke bedrijvigheid is passend voor onze regio en Nederland? Ook daar moeten keuzes in worden gemaakt. Verstandig omgaan met onze leefomgeving en de inrichting daarvan zijn hier onlosmakelijk mee verbonden. Thema’s als energiegebruik, circulariteit, biodiversiteit en verduurzaming in de breedste zin van het woord zijn randvoorwaarden. Maar ook zelf moeten we hier iets voor over hebben, ons eigen gedrag verdient ook aandacht, anders worden het lange jaren.’








LOES, ALGEMEEN DIRECTEUR

‘Iedereen kan zonder zorgen wonen, werken en recreëren’

‘De leefomgeving is veilig, duurzaam en gezond, en de Omgevingsdienst overbodig. Gezondheid is verankerd in de wet- en regelgeving en gaat vóór kosteneffectiviteit. We werken rolvast en ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid samen aan het behouden van een veilige duurzame en gezonde leefomgeving. Samen betekent: iedereen denkt mee, doet elkaar concrete voorstellen en werkbare suggesties, en pakt op waar die zelf over gaat of invloed op heeft. Iedereen neemt verantwoordelijkheid en werkt echt samen. In de media lezen we mooie berichten over samen bereikte resultaten. Iedereen kan zonder zorgen wonen, werken en recreëren. Want iedereen weet: de bedrijvigheid die er is, heeft nul negatief effect op het milieu en op de gezondheid. En ik ben dan onderweg met m’n volkswagencampertje, de wijde wereld in, want 68 en met pensioen.’








SABINE, MEDEWERKER COMMUNICATIE

‘Financieel belang weegt niet zwaarder dan milieubelang’

‘Innovatie helpt de medewerkers van de Omgevingsdienst bij het gladjes laten verlopen van een vergunningaanvraag. En toezicht en handhaving zijn digitaal zo goed ingericht, dat controles op kantoor uitgelezen en gemonitord kunnen worden. De mazen van de wet zijn er een stuk minder, wat voorkomt dat bedrijven de regels ontduiken. Zo voorkom je schade aan het milieu. We werken meer digitaal wanneer het gaat om uitlezen van apparatuur, maar treden nog wel persoonlijk in contact, in de vorm van advies op maat en op locatie. De wet- en regelgeving is in Nederland zo geregeld, dat als de Omgevingsdienst een vergunning verstrekt, deze ook echt geen schade toebrengt aan de leefomgeving. Financieel belang weegt niet zwaarder dan milieubelang, op landelijk niveau.’



Voor de kleinkinderen

‘Over 10 jaar ben ik met pensioen en hoop ik dat de Omgevingsdienst in samenwerking met de regering een flinke stap genomen heeft op het vlak van een duurzame, veilige en gezonde leefomgeving. Ik zou het een aangenaam idee vinden dat mijn kleinkinderen hier opgroeien in de wetenschap dat de grond waarop ze lopen, de lucht die ze inademen en het water dat ze drinken geen nadelige gevolgen hebben voor hun gezondheid.’








ALEM, CONSTRUCTEUR

‘Als de administratieve last verlaagt, kunnen we ons meer op de inhoud richten’

‘Ik hoop dat de Omgevingsdienst slaagt in het vinden van geschikt personeel dat de nodige expertise heeft en zich langer voor de Omgevingsdienst wil inzetten. Verder hoop ik dat de instrumenten die we nodig hebben om ons werk goed te doen, zoals Mozard of PowerBrowser, steeds verbeteren, waardoor een stuk administratief werk van ons afgenomen wordt en we ons meer op de inhoud kunnen richten. Daarmee ligt de kwaliteit van ons werk over tien jaar nog een stuk hoger.’



Een groeiende en bloeiende Omgevingsdienst

‘De Omgevingsdienst heeft de afgelopen jaren een enorme groei doorgemaakt, zowel qua expertise als het aantal medewerkers. Wat bouw betreft, is de samenwerking met opdrachtgevers en bewoners goed. We zijn de afgelopen jaren steeds meer risicogericht gaan werken. Met de komst van de Wet kwaliteitsborging (WKB) zal het risicogericht toetsen wel nodig zijn. We hebben dus al een beetje voorgesorteerd op de WKB. Over tien jaar hoop ik dat aanvragers en bouwers nog meer verantwoordelijkheid naar zich toe getrokken hebben en dat zowel de veiligheid voor de omgeving als de kwaliteit van bouwen in ons werkgebied enorm verbeterd is. Ik ben dan al bijna met pensioen. Ik hoop tegen die tijd een mooie Omgevingsdienst die bloeit en groeit, met tevredenheid achter te hebben kunnen laten.’








MICHIEL, ADVISEUR BODEM

‘Een gezonde bodem is de norm’

‘Bodem & Ondergrond is een integraal onderdeel van milieu, bouw en duurzaamheid, want de bodeminspecteur gaat mee met inspecties bij bedrijven, de bodemadviseur loopt mee met omgevingstafels en duurzaamheidsprojecten, zoals bodemenergie. De data is digitaal paraat; we werken datagedreven. We hebben kaarten van de bodem en ondergrond in het Noordzeekanaalgebied. Er is een digitale koppeling met ruimtelijke data tussen geosystemen van gemeenten, provincies en omgevingsdiensten. De archieven of het zaaksysteem is ontsloten in een Geografisch Informatie Systeem (GIS).’



Tata Steel vitaal en duurzaam

‘De duurzame, veilige en gezond Noordzeekanaalgebied betekent dat een gezonde bodem de norm is bij nieuwe activiteiten en ontwikkelingen, en dat er bij bedrijven een compleet digitaal inzicht is in de gebruikte bodembedreigende stoffen en welke voorzieningen of maatregelen zijn getroffen. PFAS in de bodem is beheersbaar door het succesvolle saneringsprogramma en bronlocaties zijn afgerond. Verder geldt een PFAS-verbod: bedrijven gebruiken geen PFAS meer, PFAS in voeding en oppervlaktewater afgenomen naar aanvaardbare concentraties. Tata Steel is vitaal en duurzaam, waarbij de effecten op de leefomgeving in de IJmond ruim onder de normen van ontoelaatbare gezondheidsrisico’s zijn gedaald. Staalslakken worden veelvuldig verantwoord toegepast. En er is beleid opgesteld voor hoe we moeten omgaan met microplastics en medicijnresten in het milieu.’










STACEY, COMMUNICATIEADVISEUR

‘Over tien jaar heb ik een nieuwe baan, want dan bestaat de Omgevingsdienst niet meer’

‘Over tien jaar bestaan omgevingsdiensten niet meer. Die hebben we namelijk niet meer nodig. Dus ik heb dan een nieuwe baan. Klimaatproblematiek is er niet meer. Dan leven we in een duurzame, veilige en gezonde wereld, worden we allemaal over de honderd jaar oud, vliegen we in een paar uur - co2-neutraal - naar de andere kant van de wereld. Eind goed, al goed. Oké, dit is vast nog niet over tien jaar. Wanneer wel, denk jij?’








HARALD INEN, TECHNISCH ADVISEUR

‘Ik drink nog een bewust geteelde koffie met erwtenmelk’

Zaandam 14 december 2033: ‘Kyano, een van de toezichthouders van de Omgevingsdienst, zet zijn virtual reality bril op en schakelt de interface in. Vanuit zijn zaaksysteem ziet hij dat er een melding gedaan is van een rookwolk die mogelijk giftige bestanddelen heeft. Het komt vermoedelijk uit de chocoladefabriek. De AI-assistent vraagt of we deze melding willen controleren door middel van hun drone. Kyano zegt ja.



De drone stijgt op van het dak in Zaandam. Kyano kijkt mee vanuit de drone. De omgeving van Zaandam is zichtbaar. De drone maakt al gauw snelheid op weg naar de chocoladefabriek. Waar is de wolk? Hij was hier waargenomen en is nu niks zichtbaar. Hij vraagt de computer waar de wolk kan zijn. De computer antwoordt: gezien de wind en de luchtdruk denk ik dat er restanten van de wolk moeten zijn op deze locatie. Wil je dat de drone deze kant op gaat? Ja dat wil ik, zegt Kyano.



De computer heeft gelijk. Hij ziet de restanten van de wolk. Hij vliegt naar het midden in die wolk. De lieve damesstem van de computer die door Kyano samengesteld is door de stem van zijn moeder te klonen, vraagt: wil je de samenstelling van deze wolk vastleggen? Kyano knikt en zegt ja en vraagt: kun je met die samenstelling geven? Nee, correctie, kun je me aangeven of deze wolk giftige bestanddelen betreft die een overtreding tot gevolg hebben? Zijn moeder antwoordt: Ja, dat is zo. Wil je de bewijsstukken toevoegen aan het zaaksysteem? Ja, doen, zegt Kyano.



Hij kijkt nog even naar de prachtige Zaanse omgeving en zegt: kom maar terug, drone. En de drone vliegt zelfstandig terug. Kiano zet zijn virtual reality bril af, strekt zijn armen en denkt: ik ga nog even een bewust geteelde koffie met erwtenmelk nemen en kijkt of er nog andere collega’s zijn in het gebouw.’










COLINDA, DIRECTEUR REGULERING & EXPERTISE

‘Alle relevante overheidsorganen werken samen op een kennisplatform’

‘Mijn ideaal is dat we in de toekomst meer deskundige collega’s kunnen vinden om ons werk onder minder tijdsdruk uit te kunnen voeren. Doordat er goed naar ons als uitvoeringsdienst geluisterd wordt, is de regelgeving makkelijker toepasbaar geworden en beter toegesneden op de bescherming van de leefomgeving. Standaard werkzaamheden worden met betrouwbare AI-technieken uitgevoerd en voor het complexere werk zijn we goed opgeleid. Alle relevante overheidsorganen binnen Nederland en daarbuiten werken op een kennisplatform samen om de beste oplossingen aan te dragen. Zo kunnen we sneller en beter bijdragen aan de maatschappelijke opgaven op gebied van klimaat, gezondheid en wonen.



Over tien jaar ben ik waarschijnlijk net met pensioen en loop ik met mijn partner Eric en de hond door een mooi bos. Ik haal tevreden herinneringen op over hoe fijn het werken was bij de Omgevingsdienst. Vanwege de fijne collega’s én omdat we samen met de bedrijven veel verschil hebben gemaakt.’