AFLEVERING 1

EEN DUURZAME, VEILIGE EN GEZONDE LEEFOMGEVING DOOR KRACHTIGE SAMENWERKING



Werken aan een duurzame, veilige en gezonde leefomgeving doet de Omgevingsdienst natuurlijk niet alleen. Daarom lichten we in deel 2 een aantal belangrijke partners uit met wie de Omgevingsdienst nauw samenwerkt. Hoe ervaren zij die samenwerking? En hoe dragen zij met ons bij aan het volbrengen van onze mooie missie? In aflevering 1 krijg je een kijkje achter schermen bij de politie, de Inspectie Leefomgeving en Transport en de Veiligheidsregio.



DE POLITIE










Olaf Mirande | Operationeel Expert binnen het Basisteam Haarlemmermeer van de Politie Amsterdam-Amstelland



‘Bij de aanpak van ondermijnende criminaliteit werk ik veel samen met toezichthouders en inspecteurs van de Omgevingsdienst. Momenteel is Gerard Bruinsma binnen ons werkgebied onze vaste contactpersoon. Samen met Gerard voeren we controles uit – al dan niet met andere partners. Zo bezoeken we bedrijven en ondernemingen waarbij Gerard zijn controlebevoegdheden inzet. De politie gaat mee als sterke arm, zodat hij veilig kan werken. Bij het aantreffen van strafbare feiten, zoals drugs of wapens, neemt de politie de zaak over.



Integrale controles

Als we signalen oppikken, deel ik die met Gerard en andersom. Zo onderzoeken we samen of er meer bekend is over een bepaald bedrijf of onderneming en of we een controle moeten uitvoeren. Als het nodig is, dan ga ik mee bij zo’n controle. Maandelijks hebben wij samen met de gemeente ook integrale controles waarbij ook andere partners aanhaken.



Drugs en illegale sigaretten





Inmiddels werk ik al langere tijd bij de politie en werk al een aantal jaar samen met Gerard en zijn collega’s. Voor de samenwerking is het prettig als er vaste contactpersonen zijn, zodat je elkaar laagdrempelig en snel kunt vinden. Op die manier kun je meer werk verzetten en bereik je ook sneller resultaat. De afgelopen jaren hebben we mooie resultaten geboekt. Zo zijn er al meerdere keren partijen drugs aangetroffen in bedrijfspanden naar aanleiding van een integrale controle. Ook hebben we onlangs een zeer grote illegale sigarettenfabriek aangetroffen. Veelal zijn we dan op bevoegdheid van de Omgevingsdienst het pand binnengetreden. Die samenwerking met de Omgevingsdienst verloopt erg prettig.’







Gerard Bruinsma | Inspecteur Milieu, Gebiedsaanpak & Ondermijning, T&H Milieu & Leefomgeving (C) bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied



‘De Omgevingsdienst werkt al zeker een jaar of vijf als ketenpartner samen met politie actief mee aan de bestrijding van ondermijning. Binnen de groep Ondermijning Haarlemmermeer voeren wij samen met meerdere ketenpartners multidisciplinaire controles uit. Iedere ketenpartner heeft zo zijn eigen taak. Voor mij betekent dit dat ik de milieucontrole uitvoer, waarbij ik met name een oog- en oorfunctie heb voor de andere ketenpartners zoals de politie.



Verwaarloosde honden

Een gebeurtenis die mij is bijgebleven is het laten weghalen van honden bij een bedrijf op bedrijventerrein De Liede in Vijfhuizen. Ik was bedroefd en boos tegelijk toen ik zag hoe die honden eraan toe waren. Van de twee honden moest de dierenarts er een laten inslapen, zo slecht was het met hem gesteld. Meerdere bedrijven hebben honden lopen als bewaking. Deze dieren hebben letterlijk een hondenleven en dat gaat mij als dierenvriend zeer aan het hart.



Gezamenlijke successen

Het verrassende van mijn werk blijft natuurlijk als er tijdens een controle iets wordt aangetroffen wat je op dat moment niet zou verwachten. We hebben al wel wat gezamenlijke successen gehad, wisselend van klein tot soms best wel groot. Qua milieu is er voor mij altijd wel wat om te redden, om het zo maar te zeggen. In het algemeen varieert het van het vinden van gestolen auto-onderdelen tot het ontdekken van een illegale sigarettenfabriek of hennepplantage. Ik ervaar de samenwerking met de politie als zeer prettig. Wij werken nu al een aantal jaar samen en dan weet je zo langzamerhand echt wat je aan elkaar hebt. Olaf en zijn collega’s zijn fijne mensen om mee samen te werken!’






INSPECTIE LEEFOMGEVING EN TRANSPORT










Kees Kievit | Senior-Inspecteur transport gevaarlijke stoffen binnenvaart en Projectleider ‘Varend ontgassen’ bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (rechts)



‘ILT coördineert de volledige uitvoering op ontvangen ‘ontgasmeldingen’, wanneer binnenvaartschepen schadelijke gassen uitstoten bij het lossen van een vloeibare lading (zie kader). Naast de ILT-inspecteurs die dagelijks belast zijn met de handhaving op ‘varend ontgassen’, zijn ook politiediensten en de BOA’s van de Havenbedrijven Amsterdam en Rotterdam hiertoe bevoegd.’







Meldingen van een elektrische neus

‘De ILT houdt toezicht op het transport van gevaarlijke stoffen. Van de Omgevingsdienst krijgen wij eNose-detecties (zie kader) door, als deze expliciet betrekking hebben op varend ontgassende binnenvaarttankschepen. Wij coördineren deze meldingen en pakken ze op. Hierdoor hebben we al zowel op strafrechtelijk als op bestuurlijk gebied resultaten behaald. Dit alles is vooral gericht op de komende handhaving van vergaande ontgassingsverboden, voor als straks de komende CDNI-regelgeving van kracht zal zijn: een verbod op ontgassen in de atmosfeer van veel gevaarlijke stoffen. Daar wordt op dit moment in de Tweede Kamer aan gewerkt.



Een constructieve samenwerking

Michiel Battem van de Omgevingsdienst heeft zelf de actieve samenwerking met ILT opgezocht en gestimuleerd. Het mag zeker baanbrekend genoemd worden dat we mede door zijn inzet op de huidige constructieve wijze met elkaar samenwerken. Naast deze samenwerking moet ook genoemd worden dat de ILT op dezelfde wijze samenwerkt met de DCMR, de Milieudienst Rijnmond. De Omgevingsdienst en de DCMR beschikken over hetzelfde eNose-systeem, waardoor er landelijk geen belemmeringen zijn als het gaat om detecties van en de handhaving op varend ontgassen.’





Michel Battem | Inspecteur Team T&H, Informatie en meldingen en eNose-specialist bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (links)



‘Vanwege ernstige geuroverlast in Amsterdam-Noord is door mijn voormalige werkgever, de Dienst Milieu en Bouwtoezicht van de gemeente Amsterdam, besloten om een project van ‘elektronische neuzen’ te starten. Hiertoe heeft de leverancier van de eNose - Comon Invent BV - eind 2013 tien vaste eNoses in lantaarnpalen geplaatst.



Ventilerende tanks

Een paar jaar later heb ik tijdens een overleg bij het Functioneel Parket (OM) verteld over dit eNose-project. Hierbij waren onder andere de politie, Rijkswaterstaat en de Inspectie Leefomgeving en Transport aanwezig. Inmiddels had ik met de eNose ontdekt dat schippers van binnenvaarttankschepen regelmatig zowel varend als aan een wachtsteiger hun tanks ventileerden. De leverancier van de eNose had namelijk in november 2017 een ontgassingsmodule, de Degassing vessel detective, ontwikkeld waardoor het ventileren van de tanks in het eNose-dashboard zichtbaar werd.



Een stop op ontgassingstoerisme

Tijdens dit overleg zei de toenmalige projectleider varend ontgassen bij de ILT, Ton Hoving, dat hij de constateringen met de eNose heel interessant vond. Al met al heeft het nog tot 2019 geduurd voordat de eerste gezamenlijke controles van start gingen. De samenwerking met Kees Kievit van de ILT kwam eind 2019 pas echt op gang. Eindelijk een persoon die daadwerkelijk kan handhaven op het ontgassen van de binnenvaarttankers! Daar ben ik best verheugd over, aangezien het mijn doel was om dit ontgassingstoerisme van binnenvaarttankers te stoppen. Het stonk in Amsterdam en niemand wist waar die stank vandaan kwam. Maar er kwamen wel regelmatig meldingen van stankoverlast binnen – en nog steeds. Wat ik ook heel leuk vond was dat ik op 31 mei 2021 samen met Cristiaan Westing van de meldkamer van de DCMR aan minister Cora van Nieuwenhuizen een presentatie mocht geven over de eNoses in relatie tot varend ontgassen en hoe de samenwerking is met de overheidsdiensten.’





Varend ontgassen: wat zegt de wet?

Amsterdam is een van de grootste benzinehavens ter wereld. Deze brandstof wordt meestal per (binnenvaart)tanker aan- en afgevoerd. Na het lossen van een vloeibare lading blijft er altijd wat van het geloste product in de tank van het schip achter. Deze restanten moeten soms eerst weg, voordat de nieuwe lading aan boord kan. Daarom blaast een schipper zijn tanks en leidingen met ventilatoren door. Dit heet varend ontgassen; de stoffen verdampen en komen in de buitenlucht terecht.



Varend ontgassen is onwenselijk en mogelijk schadelijk voor omwonenden, de bemanning van schepen en het milieu. Voor sommige stoffen, zoals benzine en benzeen, geldt een wettelijk verbod op ontgassen. De regelgeving en de voorwaarden waaronder nog varend ontgast mag worden, vinden hun grondslag in het ADN. Het ADN is in Nederland onderdeel van de Wet op het vervoer van gevaarlijke stoffen en is per 1 januari 2019 aangescherpt. Deze verscherping is per 1 juli 2019 handhaafbaar. Nu geldt dat alle vluchtige organische stoffen (VOS) niet meer mogen worden ontgast nabij sluizen en hun voorhavens, onder bruggen en in dichtbevolkte gebieden. Voorheen was deze eis (niet in dichtbevolkte gebieden) alleen van toepassing op giftige en bijtende stoffen.

Wat is een eNose?

Een eNose is een geavanceerd instrument met vier sensoren die de aanwezigheid van reactieve gassen in de omgevingslucht detecteert, oftewel veranderingen in de luchtsamenstelling. Een elektronische neus dus. De eNose reageert op elke verbinding in de lucht die elektronen kan vrijgeven of opnemen (redoxreactie). Het informatiesysteem geeft real-time inzicht in de aanwezigheid en verspreiding van industriële emissies. De eNose meet geen absolute waarden. Met het eNose-netwerk worden enkele doelen nagestreefd. In de eerste plaats gaat het om het verkrijgen van extra informatie voor het opsporen of uitsluiten van bronnen. Ook dient de eNose als hulpmiddel bij onderzoek van geurklachten en als waarschuwingssysteem bij veranderingen van de luchtsamenstelling. Het huidige eNose-netwerk is sinds februari 2020 uitgebreid naar 99 stuks in de omgeving van Westpoort, het Amsterdam-Rijnkanaal, het Noordzeekanaal en Tata Steel.










VEILIGHEIDS­REGIO










Teun Timmermans | adviseur crisisbeheersing en voormalig coördinator Bevolkingszorg Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland



Wat doet een veiligheidsregio?

De Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland is een van de 25 veiligheidsregio’s die Nederland rijk is. Kort gezegd zorgen de veiligheidregio’s ervoor dat alle hulpdiensten, zoals brandweer, politie en ambulance, in crisissituaties goed functioneren en samenwerken met gemeenten. De belangrijkste taken van de veiligheidsregio zijn:



  • Branden voorkomen en bestrijden. De brandweer blust niet alleen branden, maar adviseert de gemeente ook over het voorkomen ervan
  • Voorbereiden op risico’s, rampen en crises. De veiligheidsregio zorgt ervoor dat hulpdiensten 24/7 klaarstaan om uit te rukken als dat nodig is. En de regio denkt mee over bijvoorbeeld vluchtroutes in woonwijken.
  • Coördinatie, beheersing en bestrijding van rampen en crises. Tijdens een ramp of crisissituatie trekken alle hulpdiensten samen op, met elk hun eigen taken en verantwoordelijkheden. De veiligheidsregio zorgt ervoor dat deze samenwerking soepel verloopt.



Bron: rijksoverheid.nl

‘Bevolkingszorg is een van de taken van de veiligheidsregio: ervoor zorgen dat bewoners een crisissituatie zo veilig mogelijk doorkomen. Omgevingszorg is onderdeel van die Bevolkingszorg. Hieronder vallen bijvoorbeeld het opvangen van bewoners, het registeren van slachtoffers en het bieden van nazorg. De Omgevingsdienst is voor ons een belangrijke partij bij de Omgevingszorg met hun bouwkundige expertise – bijvoorbeeld bij een plofkraak. De bouwkundig constructeurs van de Omgevingsdienst beoordelen in zo’n situatie onder andere in hoeverre de draagconstructie van gebouwen is beschadigd en zo of het veilig is voor bewoners om terug te keren naar hun woning.







Risicovolle bedrijven

Ook schakelen we de Omgevingsdienst in vanwege hun kennis en bevoegdheden bij milieu- en BRZO-zaken. Die laatste zijn zaken die vallen onder het Besluit risico’s zware ongevallen, een wet die bedrijven aanwijst op grond van de hoeveelheid gevaarlijke stoffen waarmee ze werken. Die bedrijven vormen hierdoor een groter risico voor een veilige en gezonde omgeving. Ze worden daarom scherp in de gaten gehouden door de Omgevingsdienst.



Crisissituaties beheersen

Als coördinator Bevolkingszorg was ik trekker van de afstemmingsoverleggen Bevolkingszorg. Met Hans Winnubst van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied heb ik periodiek overleg om de ontwikkelingen in de crisisbeheersing te bespreken en de verschillende raakvlakken binnen Bevolkingszorg te bespreken. Dat contact verloopt heel prettig. We hebben hetzelfde belang en weten elkaar goed te vinden. Ik werk zogezegd meer aan de koude kant: het voorkomen, beheersen en bestrijden van crisissituaties. Ik ben daardoor eigenlijk bijna nooit zelf bij een incident aanwezig.



Verstopte katten

Laatst was ik overigens wel ter plaatse, bij de grote brand aan de Joan Muyskenweg in Amsterdam-Oost. Hier waren zo’n negentig huishoudens bij betrokken, die allemaal hun woning moesten verlaten en ergens moesten worden opgevangen. Ik heb toen alle contactgegevens genoteerd, de huissleutels ingenomen en gevraagd of er huisdieren aanwezig waren in het pand. Mensen nemen hun hond bijvoorbeeld vrij makkelijk mee naar buiten; katten zijn een ander verhaal. Die verstoppen zich al gauw, waardoor ze tijdens een brand eerder achterblijven. Maar goed nieuws: de brandweer heeft bij deze brand alle huisdieren kunnen redden. Een hele opluchting.’







Hans Winnubst | Coördinator crisisbeheersing bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied



‘Als coördinator crisisbeheersing van een toezicht- en handhavingsteam binnen de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, speel ik een cruciale rol bij het waarborgen van een effectieve samenwerking met onze opdrachtgevers. Ook zorg ik ervoor dat alle 35 geconsigneerden worden gefaciliteerd met alles wat er nodig is om 24/7 paraat te zijn voor crisisbeheersing. Een van onze belangrijkste partners is de Veiligheidsregio, met wie we nauw samenwerken op verschillende terreinen. Een daarvan is crisisbeheersing. Samen streven we ernaar om goed voorbereid te zijn op mogelijke crisissituaties die zich kunnen voordoen in ons werkgebied.



Gezamenlijke uitdagingen

Door gezamenlijke oefeningen en het delen van kennis en informatie kunnen we ons vermogen vergroten om snel en adequaat te reageren op dit soort situaties, waarbij de veiligheid van de bevolking en het milieu voorop staat. Het is een partnerschap dat blijft evolueren en groeien, zodat we gezamenlijk de uitdagingen van een steeds complexere en dynamische wereld kunnen aangaan. Dit versterkt niet alleen de effectiviteit van onze acties, maar ook het vertrouwen van het publiek in de overheid en haar vermogen om adequaat te handelen in noodsituaties. De samenwerking verloopt heel goed. Ik heb al tien jaar veel contact met Teun Timmermans en we voelen elkaar goed aan.



Gestroomlijnde samenwerking

Een ander essentieel aspect van onze samenwerking is de aanpak van incidenten. In geval van een incident, zoals een milieucalamiteit of een gevaarlijke stof-incident, werken we nauw samen met de Veiligheidsregio om de situatie onder controle te krijgen en de schade tot een minimum te beperken. We maken hiervoor gebruik van GRIP, de Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure. Dit is een methodiek die wordt gebruikt om de bestrijding van een incident te coördineren en de samenwerking tussen verschillende betrokken partijen te stroomlijnen. En we maken gebruik van het COPI, het Commando Plaats Incident. Dit is een ter plaatse ingestelde commandopost waarin vertegenwoordigers van verschillende disciplines samenwerken om een incident te bestrijden. Door gebruik te maken van deze gestandaardiseerde structuren en procedures, kunnen de Omgevingsdienst en de Veiligheidsregio effectief communiceren en samenwerken tijdens incidenten, waardoor de respons en besluitvorming verbeteren.



Vlammen uit de muur

De brand aan het appartementencomplex aan de Joan Muysenweg is een voorbeeld van zo’n incident. De bouwkundig inspecteurs van de Omgevingsdienst worden in dit soort ingewikkelde situaties ingeschakeld. Onze constructeurs maken een plan en controleren de constructieve veiligheid van het gebouw. Bij zo’n grote brand kan de integriteit van de constructies zijn aangetast, wat ook weer afhangt van het materiaal waar de constructie uit bestaat – in dit geval staal. Het onderzoek van onze constructeurs loopt nog. Een van de bewoners vertelde bijvoorbeeld dat er eerst rook uit de muur kwam, toen ineens een grote vlam en daarna stonden de gordijnen in brand. En dat allemaal binnen dertig seconden. Er moet dan goed worden onderzocht hoe het kan dat het vuur zich zo snel via de muren kon verspreiden – of daar fouten zijn gemaakt en natuurlijk wie daar dan verantwoordelijk voor is.



Gevaarlijke zeemijn

Een ander voorbeeld waarbij we nauw samenwerkten met de Veiligheidsregio, was het baggeren van de zeemijn uit het IJ in 2018. Die mijn werd vlakbij een BRZO-bedrijf gevonden – heel gevaarlijk natuurlijk. Als de mijn zou ontploffen, zouden er zoveel giftige stoffen vrijgekomen zijn: een groot risico voor de veiligheid van de hele omgeving. Samen met de veiligheidsregio hebben we scenariodenkend naar oplossingen gezocht om de mijn op een veilige wijze te bergen. Op uitvoerend, tactisch en bestuurlijk niveau is er veel werk verzet. Uiteindelijk is de mijn via een door ons gekozen veilige route naar het Markermeer getransporteerd en tot ontploffing gebracht.’



In deel 3 van '10 jaar onze OD' lichten we nog drie belangrijke samenwerkingspartners uit. In de tweede aflevering van 'Krachtig Samenwerken' lees je dan alle ins & outs over de brandweer, Port of Amsterdam en de GGD.